Nog heel even… dan beginnen ook hier de scholen weer.
Nog heel even vrij, goddank nog maar even denken vermoeide ouders, nog heel even maar denken de docenten, juffen, meesters, zich voorbereidend, zich schrap zettend voor het ontbrandende nieuwe schooljaar.
Te veel heb ik deze geluiden gehoord in de tijd dat ik ook zelf in het onderwijs werkzaam was. En dat gaat verder dan het gebruikelijke switchen van Kairos-tijd naar Chronos-tijd. Te veel om het luchtig af te doen met de verzuchting dat het nu eenmaal zo is, zo gaat, nou ja, we schikken ons wel weer.
Al opruimend kwam ik een ouder stuk tegen dat ik ooit schreef toen ik er nog midden in zat, dat reguliere onderwijs. Mijn avontuur in het democratisch onderwijs was nog niet begonnen en ik maakte de balans op: wat kan er beter volgens mij.
Waarom ik vind dat de klassen kleiner moeten.
Niet alleen de klassen, dientengevolge ook de scholen. Ik denk dat een schooltotaal van zo’n 500 leerlingen een prima grootte is. Hoe staaf ik dat? Onderzoek..
Wat vind ik van de klasgrootte? Na jarenlang projectmatig te hebben lesgegeven in kleinere groepen weet ik dat een groep van 15 leerlingen nog behapbaar is qua persoonlijke aandacht en persoonlijke begeleiding. De leerling voelt zich nog gezien en omgekeerd ook verantwoordelijk genoeg om op zijn/haar gedrag te worden aangesproken.
Bij 15 leerlingen valt het meteen op als je er niet bent. Bij 30 niet meer. Heel langzaam is het volume van de klassen opgeschroefd. Er is bij mijn weten geen andere reden daarvoor genomen dan om geld te besparen.
Wat een scharrige keuze.
Het eerste argument tegen een dergelijke oproep is natuurlijk ook: wie zal dat betalen? De rekenmeesters staan altijd vooraan.
Ik weet dat op dit moment ook niet, al weet ik wel dat er heel veel creatief talent is, dat hier rechtsom of linksom een oplossing voor kan bedenken.
Want wat zijn de voordelen?
Er zijn veel meer mensen die op deze manier wél les zouden willen en kunnen geven. Die graag werken met jonge mensen en hen willen begeleiden in hun groei maar die afhaken vanwege de massaliteit van zo’n leerfabriek, de grote klassen en onvermijdelijk dus ook de logistieke problemen die daarbij horen.
Hoe leuk is het om met 30 leerlingen een museum binnen te komen of willekeurig welk ander werkveld in de gewone maatschappij?
(Omdat je je als leerling kunt verschuilen in de groep voel je je minder aangesproken door wie of wat dan ook, is er veel sneller ruimte om te keten en bezorg je de docent vooraf al bergen stress vanwege alle logistieke voorbereiding en de noodzakelijke disciplinaire maatregelen.)
Nou hoor ik mensen al zeggen: “dan ben jij zeker geen goeie leraar” , maar ook van collega’s die al heel lang in het vak zitten hoor ik hun bezwaren om te werken met grote groepen en de beperkingen die dat oplegt.
De werkdruk vermindert waardoor leraren langer aardig blijven en niet zo gauw opbranden. De leerling heeft meer het gevoel écht gezien te worden en dát is toch ook wat de hedendaagse ouder het liefste wil voor zijn/haar oogappel: persoonlijke aandacht, differentiatie, onderwijs op maat, een zo rijk mogelijke culturele omgeving op school en noem maar op.
De directe aanleiding voor dit schrijven ligt in de reeks van berichten in de media over ongelukkige pubers die of zichzelf of iemand anders iets vreselijks aandoen. En ik haast mij te melden dat ik niet denk dat het halveren van klassen en scholen tot direct gevolg heeft dat er nooit meer een puber zichzelf van kant maakt of een ander overhoop schiet. Zo naïef ben ik niet.
Maar graag zou ik eens de wiskundemeisjes en jongens willen loslaten op het berekenen van de opbrengsten in de meest ruime zin van een dergelijk beleid. Wat te denken van de kosten van kinderen die onder de radar doorvliegen, die buiten de boot vallen, simpelweg omdat er geen tijd genoeg voor ze is (werkdruk), ze het maar moeten zien te redden in het reguliere onderwijs (het integreren van al die bijzondere kinderen door al die zo capabele multitaskende, differentiërende docenten). Zie je het voor je?
Het geklaag over de middelmaat en de zesjescultuur is ook een resultaat van de massificatie van ons onderwijs. Met afgrijzen zag ik onlangs de plannen in de krant voorbij komen voor het opheffen van kleine scholen met minder dan 100 leerlingen. Gruw, gruw, gruw!!! Terwijl juist de persoonlijke aanpak, het differentiëren op die scholen tot een kunst is verheven. Daar zitten heel gemotivieerde vakkrachten die ondernemend, flexibel en oplossingsgericht zijn, anders zouden ze het domweg niet redden.
Geef een reactie