
(Bij Poskuns 8 2025)
Schrijven over Holy en Wholly. Fascinerende woorden. Ze klinken voor mij hetzelfde. En ik wilde uitzoeken wat ze met elkaar te maken zouden kunnen hebben, maar wist niet precies wat. Dus dan maar erover schrijven, dan kom ik er misschien achter.
Als ik Holy (= heilig) opzoek komen er beschrijvingen van iets dat buiten je bestaat. Je lijkt er geen deel van uit te maken. Het staat op zichzelf.
Je kunt het aanbidden, vereren. Streven er zo dicht mogelijk bij te komen. Maar jij staat apart.
Die verklaring gaat vaak samen met (christelijke, westers georiënteerde) opinies over het hebben van een lichaam en hoe dat lichaam gewaardeerd moet worden in vergelijking met dat heilige immateriële. Meestal maar zo-zo.
En best verdrietig vind ik dat. Dat lichaam is toch het enige dat we hebben hier. Waar we het allemaal, helemaal mee moeten doen. Wholly (= helemaal, totaal, volledig)
Dus hoe verhouden die twee woorden zich tot elkaar? Hoe kom ik bij iets dat heilig is? Wat is heilig voor mij?
Eerst mezelf de tijd durven gunnen. Dat gaat via de weg naar binnen. De tentakels van de aandacht voor buiten, het grijpen, loslaten en naar binnen keren. Ik sluit de luiken van mijn ogen. En dan acht slaan op dat eigen ritme, mijn eigen hartslag, en wat is daar verder nog allemaal?
Dan kunnen voelen: ik hoef even niets meer dan dit. Samenvallen met alles wat hier is. Samenvallen met alles wat nu is.
De planten, de vogels, de mensen, de geuren, de wind langs mijn huid, de geluiden. Niet opgejaagd door wat zometeen moet.
En zo in dat ‘nu’ vertoeven dat, zoals de wijzen zeggen, het enige is dat bestaat. Zodat ik kan voelen dat ik samenval met de eeuwigheid, alles dat ooit was, alles dat ooit zal zijn. Een weefsel, fijn als spinrag, dat mij zachtjes trillend in verbinding houdt. Als ik mijzelf dat gun, dan voelt dat als heilig.
De waarde daarvan kunnen voelen al kan zij niet beschreven worden. Ook in deze staat mijn bijdrage aan de wereld leveren.
Geef een reactie