Bus 77 voert mij al jaren van Utrecht naar de Bilt. De weg spendeer ik meestal al dagdromend.
Onbewust gaat mijn hand op zoek naar houvast, een greep om hoger te komen. De rots voelt koud aan maar ik heb het warm in de Portugese zon. Ik kijk naar links en zie hoe de zee het zonlicht ritmisch weerkaatst. Een lichte bries maakt het klimmen op deze zomerdag aangenaam. Misschien dat ik morgen weer eens zelf pastadeeg ga maken, als ik niet te moe uit Rotterdam kom. In Portugal zou ik sardientjes van de barbecue eten. Terwijl de kolen op temperatuur komen wordt het langzaam kouder buiten. Mijn vingers zullen door het ingewanden verwijderen uit de vis nog twee dagen naar vis ruiken, maar o dat is het waard. Een windvlaag doet de kolen gloeien en blaast mijn haren in mijn gezicht. Ik kan even niet meer zien waar ik mijn hand op de rots nou kon plaatsten, maar ik hang stabiel. Mijn vrije hand gaat nu blind op zoek naar een greep in de rots en vindt de stop-knop. Halte Looydijk. Ik zwaai bij het uitstappen naar de buschauffeur.
Al weglopend van de halte besef ik dat er niks is blijven hangen van de busrit. Zijn we bij elke halte gestopt? Hoeveel mensen zaten er in de bus? Ik herinner me vaag een vrouw met een hoed, omdat ik dat niet vaak meer zie. Hoe wist ik eigenlijk dat ik bij mijn halte was?
De eerste buservaring in Brazilië doet me inzien waarom ik zo van reizen hou. De chauffeurs scheuren hier over de straat, er zijn geen haltes maar zwaaiende mensen langs de weg waarvoor de bus stopt, tussendoor stoppen we even bij een kraampje zodat de buschauffeur een ijsje kan kopen. Ik kijk mijn ogen uit en probeer de rode draad van het gesprek voor mij op te vangen. Helaas spreek ik (nog) geen Portugees. De bus neemt een bocht haarscherp, zo onthoud ik die eerste rit ook.
Reizen schudt me wakker. Laat mij meerdere malen per dag afvragen waarom dingen zo zijn als ze zijn (haltes bijvoorbeeld), en ontsnappen is niet mogelijk. Ik blijf scherp, let op, wil zien. Dit kan ook in eigen land, me afvragen waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Ik had het reizen nodig om ook in gewoontes en bekende situaties me te blijven afvragen: waarom?
Zo ben ik in Nederland mensen in het openbaar vervoer gaan tekenen om meer met mijn omgeving te zijn, te zien.
Waarom kijken zoveel mensen naar beneden in het ov? Ja ze kijken op hun telefoon, maar waarom?
Merel Maan Galama
Geef een reactie